“Vind je fascinatie. Iets waar je niet bij kunt. Besteed geen tijd aan dingen die je leest en herkent, dingen die je al weet. Zoek naar wat je doet fronsen.”, een citaat uit een interview (in het Dante Magazine) met Donald Loose, scheidend hoogleraar filosofie aan de Tilburg University. Toen ik dit las, dacht ik aan het gesprek dat ik vanmiddag had gevoerd met een ouder en een leerling.

Een van de eerste dagen van december. Een maandag waarop de sirene loeit, Sint op bezoek komt, we erg veel pepernoten eten en de kinderen blij zijn met de cadeautjes. Ik heb een oudergesprek. Een gesprek met de ouder én het kind. Want waarom zou een kind er niet bij mogen zijn als we over zijn ontwikkeling praten? Het gaat goed met dit kind en het is een goed gesprek. Rowan is een jongen van 6 jaar, die al ruim 2,5 jaar bij ons op school zit. Begonnen als kleuter, nu een schoolkind. Wil meedoen aan lessen, schrijft zich in, maar heeft nog net dat duwtje in de rug nodig om daadwerkelijk naar de les te gaan. Als hij verdiept is in zijn spel of in zijn boek, vergeet hij de tijd en zijn omgeving en dus ook de les waar hij naar toe zou gaan. We spreken af dat wij hem zullen roepen als zijn les begint.

Wat hij goed kan, weet hij niet precies. Ik noem een aantal dingen op: lezen, tekenen, verhaaltjes schrijven, samen spelen. Rowan knikt, ja, dat klopt.

Als ik hem vraag wat hij nog wil leren, denkt hij even na en zegt dan: “lezen”. Ik ben verbaasd. Dat kan hij toch al? “Wat bedoel je precies?” Rowan antwoordt: “Ik wil het nog beter kunnen. Ik wil moeilijke boeken kunnen lezen, zonder dat ik het hardop hoef te zeggen.” Ook wil hij leren spelletjes te spelen die hij nu nog een beetje moeilijk vindt. “Ik zoek iemand die even de regels kan uitleggen, zodat ik de spelletjes kan spelen.” En trucjes die hij nu nog moeilijk vindt, die wil hij ook wel leren: “bijvoorbeeld een salto doen.”

Wat zie ik? Ik zie een kind dat lekker in zijn vel zit en zich veilig voelt op school. Een kind dat kan kiezen wat hij wil en dat ook doet. Ik zie dat het werkt, democratisch onderwijs: Rowan kiest niet wat hij al kan, hij kiest wat nog moeilijk voor hem is. Hij ziet er niet tegenop om die uitdaging aan te gaan. Hij wil het kunnen en gaat er zijn best voor doen. Met hulp als dat nodig is.