Ik weet niet waarom, maar het thema tijd keert voortdurend terug op De Vrije Ruimte. Logisch misschien, op een school -ook de onze- zijn lesuren en pauzes, tijd om je in te spannen en tijd om te ontspannen. Naar analogie van het bijbelboek Prediker probeer ik hier die tijden naast elkaar te zetten om inzicht te krijgen in de tijden die er zijn op een school als de onze.

  • Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.  Als leerlingen binnen komen, schrijven ze hun tijd op, als ze naar huis gaan zetten ze een kruisje bij hun naam.
  • Er is een tijd van spelen en er is een tijd van opruimen. Een heikel punt. Spelen kunnen ze als de beste, alle kinderen, maar opruimen volgt daar niet automatisch uit.
  • Er is een tijd van buiten zijn en er is een tijd van naar binnen gaan. Het is ongelooflijk zoals de -meestal jonge- kinderen buiten kunnen speken. Het maakt helemaal niet uit of het regent: ze zijn buiten bezig met takken, met zand, met water, met modder. En dan soms even komen ze naar binnen om te bouwen of te tekenen.
  • Er is een tijd van trek hebben en er is een tijd van eten. Soms om half tien al vragen ze: “Is er al koek?” Maar die is er pas om 10 uur. Wel hebben we voor de jongste kinderen de lunchtijd een half uur vervroegd naar half twaalf, zodat ze in alle rust kunnen eten.
  • Er is een tijd van leren en er is een tijd van rusten. Degenen die hier al heel lang zitten en nu 8 of  9 zijn heel fanatiek bezig met lessen: rekenen, spellen, een powerpoint maken, geschiedenisverhalen luisteren. Zij weten heel goed wat ze wel en niet willen en kiezen dus heel bewust. Klaar met leren? Dan even kletsen, een spel doen, een voorstelling bedenken. Rust? Ja, toch wel, maar vooral een afwisseling in de activiteiten die ze doen.
  • Er is een tijd van springen en er is een tijd van wachten. Twee trampolines, maar een heeft nog geen zeil aan de zijkant en kan dus nog niet gebruikte worden. Op degene die het wel doet mag je – met zijn tweeën- vijf minuten springen, daarna is de volgende aan de beurt. En dan moet je dus wachten … en kun je kijken naar de kunstjes die de volgende doet.

Zo zullen er nog veel meer tijd-voorbeelden te bedenken zijn. Voorlopig laat ik het even hierbij, met in mijn achterhoofd het idee dat juist de variatie in de dingen die je doet je helpt om je prettig te voelen en goed te kunnen functioneren. Eerst tijd voor het een en dan voor het ander. Met aandacht de dingen doen en de tijd om te ontspannen inbouwen in je dagelijkse ritme. Dat is iets wat onze kinderen heel goed kunnen!