Donderdag 3 december. Het lijkt wel de zoete inval deze ochtend. Ouders blijven koffiedrinken, de begeleider van een stagiair komt op bezoek, en er wordt gezellig gekletst. Wij vertellen aan de Pabo-man waarom we deze school begonnen zijn. En je merkt iedere keer wanneer je dat vertelt dat je weer in vuur en vlam komt te staan, omdat jouw passie hier werkelijkheid aan het worden is.

Om negen uur ga ik al koken met Heleen en Sjoerd. Erwtensoep staat er op het menu, dus vroeg beginnen, want het moet lang opstaan. Vegetarische vandaag, omdat we twee vegetariƫrs in ons midden hebben, en ik wel eens wil weten of die inderdaad net zo lekker smaakt (ja hoor!). Het recept verschijnt in onze volgende schoolkrant. Veel snijden en hakken, even bakken en dan water en spliterwten erbij en heel veel heerlijke kruiden. Wonder boven wonder wil bijna iedereen de erwtensoep proeven. (Na de verhalen vooraf had ik dat niet durven hopen.) Ze vinden hem lekker! "Nog lekkerder dan die van oma!" zei Yanna.

Een snelle taalclub met een Sint-verrassing. Ik heb briefjes met de namen van de kinderen. Ieder trekt een naam. Voor diegene maak je een Sint-gedicht. Waar moet dat aan voldoen? "Rijmen, je doet of je Sinterklaas bent, het moet gaan over degene die je trekt, over iets wat hij goed kan, of juist moeilijk vindt; je mag een beetje plagen." De bedoeling is duidelijk, ze gaan aan de slag. Sommigen zuchtend en steunend, vinden het moeilijk om rijmwoorden te bedenken. Sjoerd niet, hij is een ervaren dichter. Hij zit en schrijft en maakt een prachtig gedicht voor Job. Over internet en starwars en zijn soms trage computer. Met een chocolade sintje/pietje wordt het voorgelezen gedicht aan de persoon overhandigd. "Volgend jaar met surprises!", zegt Emma.