‘Waar voel jij je verantwoordelijk voor?’ is de vraag die we in alle mentorkringen stellen, de eerste maandag na de meivakantie. “Doen wat je zegt, afspraken nakomen; Een ander de ruimte geven om de dingen op zijn eigen manier te doen; Doen wat je moet doen; Dingen doen die je jezelf hebt beloofd; Op tijd naar de lessen gaan.” Ook voor hun hond, kat, konijn en parkiet voelen leerlingen zich verantwoordelijk. Hoe zit het dan met opruimen? Regelmatig komt het voor dat alle kinderen gevlogen zijn en er in de tuin nog een touw in de boom hangt, schepjes verspreid in het zand liggen, in het atelier de verf nog op tafel staat, in de bouwhoek alle kapla op de grond ligt. Wie is daar verantwoordelijk voor? Iedereen is het er over eens dat degene die de rommel heeft gemaakt, deze ook moet opruimen. Maar hoe zorg je ervoor dat dat ook daadwerkelijk gebeurt? Ideeën genoeg:
- Een papiertje ophangen met de tekst: Ruim alles op wat je hebt gebruikt.
- Thuis ruimen we met zijn allen op, dat kunnen we ook op school doen.
- Ik ga gewoon opruimen.
- Als ik iets gerommeld heb, dan maak ik het altijd weer netjes, hoe het is.
- Als je ergens mee gespeeld hebt, moet je het wel opruimen. Maar als iemand anders er mee wil spelen, moet je wel zeggen dat hij moet opruimen als hij er mee klaar is.
- Iedereen erop aanspreken en onthouden dat ze moeten opruimen
- Kinderen houden niet heel erg van opruimen, ik denk niet dat het zo makkelijk wordt om tegen hen te zeggen: zullen we dit en dat opruimen…
- Als je niet zo vaak opruimt, kun je juist niet opruimen en krijg je er steeds minder zin in. Als je nou een rooster maakt, waar je opschrijft op welke dag je gaat opruimen, dan leer je het vanzelf. En als we dan ook een muziekje opzetten, dan word je ook niet afgeleid en ga je opruimen.
- Op een lijst zetten wie wat gaat opruimen.
- Duidelijke regel nodig, net als op kleuterschool: eerst opruimen voordat je iets anders gaat doen
- Iedereen helpt elkaar door te zeggen tegen elkaar dat ze iets op moeten ruimen
Als je dit zo hoort, zou je denken dat het een fluitje van een cent is en dat het opruim-probleem binnen de kortste keren is opgelost. De praktijk is echter hardnekkiger dan de theorie. Hoe goed de ideeën ook zijn, als ze ten uitvoer moeten worden gebracht, staakt het besef dat opruimen handig, nuttig en nodig is en blijven de spullen weer gewoon liggen.
In de leerlingenkring kwam een ander idee naar voren en dat proberen we deze week uit: in een aantal ruimtes wordt niet opgeruimd. Het mag wel, maar niemand gaat mensen aanspreken op hun opruimen. Dat het dan een troep wordt en dat de leerlingen er dan zelf last van krijgen, dat is het idee. We zullen zien hoe dit uitpakt.