Iedereen weet het natuurlijk allang. Bewegen is goed voor je. In de buitenlucht zijn ook. Maar zin hebben om het daadwerkelijk te gaan doen is een tweede. Vanaf januari hebben wij iedere week een echte sportles. Weer of geen weer, met een groepje van ongeveer twaalf leerlingen steek ik de straat over, naar het sportveld, waar Karlijn al klaarstaat met pionnen, kussens, hoepels en een bal (de attributen variëren per week).  De jongste kinderen zijn eerst, dan de groep 9-12 jaar en daarna de 12-plussers. Eerst even warm worden met jumping jacks, squats, knieheffen en opdrukken. Dat gaat goed, om de beurt kiezen ze welke oefening we gaan doen. Daarna een spel, estafette, bootcamp, een potje voetbal of hockey. Zo zijn we een uurtje bezig.

Ik doe mee en vind het heerlijk. Sommigen hebben nog niet echt zin als we gaan, maar leven op als we eenmaal zijn begonnen. Gaan voor hun groepje en rennen of hun leven ervan afhangt. Het doet ze goed. Fijn dat we ze dit kunnen bieden. Dank aan sportjuf Karlijn, die heel goed weet hoe ze iemand aan moet spreken om hem of haar weer enthousiast te laten meedoen.