Donderdag 17 september. Hoe onthoud je iets? Hoe beklijft wat jij vertelt bij een ander? Soms heb je geen idee, maar vandaag krijg ik enkele clues aangeleverd. Vorige week hebben we, net als iedere donderdag, gekookt. Heleen en Sjoerd zijn degenen die altijd meedoen. We moesten uien snijden. Heleen wilde het niet doen: "Dan moet ik huilen!" Daar wist ik wel wat op, en dat liet ik zien: Neem een slok water in je mond en ga dan uien snijden. Door het water hoef je minder te huilen. Heleen was er wel voor te porren. Bij de eerste slok moest ze vreselijk lachen, en spuugde ze het water gauw weer uit. Maar daarna ging het goed: het water bleef in haar mond, en de uien kon ze snijden zonder al teveel tranen te laten.

Deze week moest er weer een ui gesneden worden. Ik had Heleen gezegd dat zij vandaag de baas was in de keuken. Ze mocht aan Sjoerd en mij vertellen wat wij moesten doen. Sjoerd ging paprika’s in reepjes snijden. Wie zou de ui gaan snijden? Ik had gedacht dat ze dat aan mij zou vragen. Maar nee, ze pakte de ui vastberaden in haar hand en zei: "Die ga ik snijden!" Zonder aarzelen nam ze een slok water in haar mond en ging aan het werk. Hé, opeens was uien snijden leuk geworden. Wat een ontdekking!