Vrijdag 27 januari. Met een groepje van 7 kinderen ga ik met bus 24 naar de Tweede Kamer. Uitstappen bij halte Buitenhof, precies tegenover het gebouw waar we moeten zijn. Eerst worden we ontvangen bij de Haagse Tribune,een organisatie die lessen verzorgt over politiek. In een zaaltje legt de rondleidster uit hoe deze ochtend eruit zal zien: Eerst een gesprekje en een aantal vragen over de Haagse politiek. Wat weten jullie er al van? Met zijn allen komen we wel tot de 10 partijen die momenteel zetels hebben in de Tweede Kamer. Hoeveel zetels zijn er? En wanneer heb je dan een meerderheid? En is de koningin de baas? Nee, wij zijn de baas, alle mensen die in Nederland wonen. Want we leven in een democratie en mogen zelf kiezen wie ons regeert. Voor elk goed antwoord krijgen de kinderen een kaartje met een woord erop, dat aan het eind in een woordzoeker gevonden moet worden.
Hierna gaan we naar buiten, naar het binnenhof. Niet zomaar rondkijken, maar met behulp van foto’s ontdekken waar iets zich bevindt: de Eerste Kamer, de ridderzaal, het poortje dat de ingang vormt tot een klein museum over de Nederlandse politiek, het torentje van de ministerpresident. Dan gaan we doen waarvoor we gekomen zijn: een kijkje nemen in de Tweede Kamer. Maar eerst door het detectiepoortje. Zelfs mijn schoenen moeten uit, omdat er een rits inzit die zorgt voor gepiep. Geen vergadering op vrijdag, wel goed zicht op alle 150 stoelen, de tafels waarachter de ministers zitten, de stoel van de voorzitter. Bijzonder om op een plek te komen waar het drie dagen per week gonst van de politieke activiteiten. Daarna gaan we nog even door met de fotopuzzeltocht, maken we de woordzoeker en…mogen we allemaal op de foto met de koningin!