Maandag 12 januari. Na de schoolkring nog even kraaltjes leggen op de kralenplank (een heerlijk rustgevende bezigheid) en dan is het tijd voor de eerste taalclub. Marty is met de oudere kinderen naar de film Oorlogswinter in het kader van de geschiedenisles van Herman. Ik vraag aan de overgebleven kinderen wie er mee wil doen met de taalclub. "Het gaat over de klinkerdief…" Yanna (4) en Tycho (3) willen wel meedoen. Emma (8) zegt dat ze zo wel even komt kijken, en Robin (7) heeft zin om in zijn boek te lezen.
In de werkruimte gaan we om de ronde tafel zitten en de taalclub begint. "Een dief komt dingen stelen, de klinkerdief steelt klinkers – de a, e, i, o, u. Hoe doet hij dat?" Samen verzinnen we woorden met een aa, ee, ie, oo, uu en kijken wat er gebeurt als je die woorden langer maakt… dan komt de klinkerdief langs en neemt een a, e, o, u mee. De ie vindt hij niet lekker. Emma tekent de klinkerdief, met een pijltje naar de klinker. "Die eet hij op, dan wordt hij steeds dikker." We verzinnen meer woorden en doen een ontdekking. Als je het woord ‘roos’ langer maakt, komt niet alleen de klinkerdief langs, maar ook het verandermeisje: de s wordt een z. Emma tekent een klein meisje met vleugels en een toverstokje bij het woord.
Intussen is Robin erbij komen zitten. Hij heeft een goed idee: een getekend verhaal van het k-mannetje dat kippevoer strooit voor de kip; en het ij-mannetje dat een ijsje bestelt bij de ijscoman. In een wip tekent hij het en bedenken we samen meer mensjes van letters. Dan heeft hij zin in een alfabet-verhaal: per letter een zin, van a-z, en als extra moeilijkheid moet het beginwoord iets van etenswaren zijn. Emma doet mee en verzint haar eigen zinnen. De taalclub duurt al ruim een uur, en als we geen honger hadden gehad, waren we vast nog even doorgegaan. Volgende keer verder met de alfabetzinnen, en een nieuw verhaal, over de verdubbelaar…