Vrijdag 19 september. Gisteren de boodschappen gedaan, vandaag aan de slag ermee. Na de werktijd (waarin Yanna de tweede letter van haar naam leerde schrijven, Robin hoofdletters schreef, Stephanie in een gevorderd schrijfboek oefende, Gijs verhaaltjessommen maakte, en Job in braille het verhaal van Dolfje Weerwolfje las) beginnen we. Heleen pakt het kookboek en telt eerst of we alles hebben wat nodig is: kaas, appels, worst, augurken, zilveruitjes, saus en sla… Ja, we hebben alles. Ze leest voor: "Haal de korst van de kaas en snijd hem in blokjes." Dat gaat ze zelf doen.

Dan komt Yanna binnen: "Ik wil meehelpen." Voor haar  snijd ik de kaas in repen, zodat zij er blokjes van kan maken. Ik ben intussen begonnen met het schillen van de appels. Robin komt binnen. "Volgens mij houd jij ook wel van koken", zeg ik. "Ja", zegt Robin, "Wat kan ik doen?" De augurken in stukjes snijden vindt hij een leuk taakje. Emma komt kijken: "Mag ik ook helpen?" Natuurlijk, er is nog veel kaas te snijden, en Emma kan dat prima doen. De volgende is Noor: "Wat zijn jullie aan het doen?" Ha, de worst moet gesneden worden, en Noor doet dat perfect. En zo staan we dus met z’n zessen in de keuken te snijden voor de kaassalade. Heleen roert het sausje van mayonaise en ketchup; Robin en Noor leggen de blaadjes sla op een bord; alles wordt door elkaar geroerd en ten slotte schept Heleen de salade op vier grote borden.

De anderen zitten te wachten aan tafel. Mmm, dat is smullen, zeker met de frieten van Jeremiah erbij.