Woensdag 12 november. Na een rustige binnenkomst -eindelijk weer eens lekker voorlezen aan Yanna en Paula-, een kop koffie met koek, een potje dammen met Heleen, begint de werktijd. Met Heleen ga ik rekenen, uit het boek, maar wel met echt geld. De opdracht is om het plaatje van de portemonnee te kleuren waarin precies € 0, 50 zit (en daarna ook nog € 0, 65 en € 0, 45). Tellen, en nog eens tellen; met het echte geld gaat dat een stuk gemakkelijker. Ze pakt precies zoveel munten als op het plaatje staan en kijkt hoeveel het bij elkaar is.

Ik blijf naast haar zitten om te zien hoe ze het doet, en dat gaat goed. Je merkt hoeveel leuker het is om te rekenen met dingen uit het echte leven: geld in je portemonnee, hoe groot ben jezelf, hoe groot zijn onze ruimtes, hoeveel graden is het vandaag, wanneer ben je geboren, dus hoe oud ben je dan, hoeveel borden moeten we op tafel zetten? Als je eens een dag zou bijhouden hoeveel er gerekend en geteld wordt buiten de werktijd, zou je versteld staan. Eigenlijk gaan zoveel dingen vanzelf…