Vrijdag 23 januari. De spelletjes staan al klaar als de leerlingen ’s morgens binnen komen en een aantal beginnen inderdaad meteen te spelen. Leuk, hoe dat werkt. Er is orkest, en er worden proefjes gedaan onder leiding van een vader. Ze zijn dol op proefjes. Als je even niet oplet is de helft van je keukenvoorraad verdwenen in een bijzonder drankje: "Even kijken hoe de verschillende stoffen op elkaar inwerken…" Dit hebben we nu een halt toegeroepen. De kinderen mogen wel hun eigen proefjestafel inrichten, met hun eigen -door de school betaalde- materialen. Maar… toen ‘de proefjestafel’ vorige week op de agenda van de schoolkring stond, hadden deze kinderen geen belangstelling hiervoor, ze wilden liever buiten spelen… Dan houdt het voor ons, begeleiders, even op, tot het ‘proefjes doen’ weer op de agenda komt en we er opnieuw over kunnen spreken.

Het grappige is, dat het proefjes doen toch gewoon doorgaat, maar dan op een andere manier. Ze vonden een bijna lege groene stift, waarmee ze een groen drankje maakten. Door lange pvc-buizen (geschikt als zwaarden, pijlenschieters en nog veel meer andere dingen) bliezen ze in een plas met water, waardoor er een troebel en een helder waterdeel ontstond. Het heldere deel sloten ze vervolgens af met een dam, en ze probeerden het helder te houden door schelpjes op de bodem te leggen. Hoe het daarmee is, bekijken we maandag. Zo zie je, als iets onstuitbaar is -het zelf proefjes verzinnen en uitvoeren- dan gebeurt het, op welke manier dan ook. Dan zie je hoe inventief kinderen zijn, hoe ze nadenken over de stappen die ze moeten zetten (hoe houd ik het water helder), hoe geconcentreerd en lang ze met deze taak bezig zijn. Wij zien het op afstand, horen het verhaal, en zijn trots op deze kinderen!