Dinsdag 18 maart. Hoe laat je merken dat je het ergens niet mee eens bent? Dat je iets wil, of juist niet wil? Hoe tref je de juiste toon, zonder de ander te kwetsen, maar wel zo, dat het duidelijk is voor die ander? Het lijkt zo simpel, iets gewoon zeggen, maar dat blijkt het niet altijd voor iedereen te zijn. Wij, begeleiders, kunnen het zo verwoorden: je kijkt iemand aan, je zegt: dit wil ik niet/ vind ik niet fijn, en noemt de reden erbij, en dan hoop je dat degene tegen wie je het zegt de boodschap begrijpt en ernaar handelt.

Deze, toch tamelijk gemakkelijk uit te voeren actie, blijkt ook voor ons soms lastig. Je bent echt boos/moe/hebt het al zo vaak gezegd…, waardoor je niet in staat bent om het rustig te vertellen, zodat je woorden averechts werken. Ja, je weet het natuurlijk wel… En kinderen houden je in deze een spiegel voor: iemand jammert omdat er iets van hem afgepakt dreigt te worden. Degene die afpakt heeft niets gezegd, maar is meteen begonnen het voorwerp vast te pakken. Klagerig gehuil en beetpakken, dat is wat ik hoor en zie. Waar zijn de woorden?

"Heb je gezegd dat je niet wil dat hij dat afpakt?" vraag ik. Nee, dat heeft hij niet gedaan. "Waarom wilde jij dat eigenlijk afpakken?" vraag ik aan de ander. "Ik was bang dat ze mij ermee wilden slaan", zegt die. En weer vraag ik: "Heb je gezegd dat je daar bang voor was, en dat je dat niet wilde? Heb je gevraagd wat ze ermee wilden doen?" Nee, die ander heeft ook niets gevraagd of gezegd. Lastig…… Het verlossende antwoord komt van de derde persoon, die als stille getuige aanwezig is. De boomwhackers in hun hand, waarmee je heerlijk muziek kunt maken door ze tegen elkaar te slaan, wilden ze vandaag gebruiken als verrekijker. "We wilden er alleen maar doorheen kijken."  Kijk en luister, vraag en vertel, volgens mij kun je zo altijd duidelijk maken wat jij belangrijk vindt en waarom.