Donderdag 30 oktober. Als je pas twee jaar in Nederland woont, weet je al wel veel van de taal, maar nog lang niet alles. Onze twee oudste leerlingen komen van oorsprong uit Zwitserland, en willen heel graag ook goed Nederlands kunnen schrijven. Na het portfoliogesprek met Marty is afgesproken dat ze iedere donderdag om 11 uur (na biologie van Frank, en meestal nog een potje dammen met hem) les krijgen. D’s en t’s, dat willen ze leren. Via internet zocht Marty twee teksten, over voor hen interessante onderwerpen, en haalde daaruit alle d’s en t’s. Die mochten ze zelf invullen, in het bijzijn van Marty, die ondertussen uitlegde waarom daar nou net een t of een d moest staan.

Ze waren enthousiast en vonden het leuk en willen volgende week weer. Leuk was ook dat jongere leerlingen kwamen kijken wat zij daar deden. "Mogen wij ook meedoen?" Ze vinden het interessant om te zien waar de oudere kinderen mee bezig zijn. Zien werken, doet werken. Dus zij pakten hun eigen werkboekje van schrijven en lezen en gingen daarmee aan de slag. Emma schreef wel vijf bladzijden! Steeds dichter kom je bij het ideaal van De Vrije Ruimte: kijken naar elkaar, leren van elkaar, oud van jong en jong van oud. JE ziet nu dat dit gebeurt.