Donderdag 14 oktober. Al enige tijd is er gerommel in het achterbos. De jongens hebben er hun plek ingericht met gevonden voorwerpen, zelfgemaakte bogen en pijlen en MUNTEN (bierdoppen en kurken). De meisjes sluipen daar af en toe langs, proberen binnen te dringen en eens iets te stelen. Het begon als spel: de meisjes wilden graag in de gevangenis van de jongens terecht komen om te ervaren hoe dat was. Een paar weken geleden verdwenen opeens kurken. Wie dat gedaan heeft is nooit achterhaald. De jongens beschuldigden de meisjes; de meisjes zeiden dat ze het niet gedaan hadden.
Vandaag zijn er in de ochtend opeens bierdoppen verdwenen. "Het hek was naar beneden geduwd en we zagen voetsporen die rechtstreeks naar onze goed verborgen pot met munten gingen", zeggen Robin en Mees. Weer verdenken ze de meisjes. Ze zijn heel erg boos. "Dat begrijp ik", zeg ik, "maar je kunt niet iemand beschuldigen zonder zeker te weten dat ze het gedaan heeft." Maar zij weten het zeker! Ik beloof met de meisjes te praten, en wil morgen met alle betrokkenen om de tafel om uit deze impasse te komen. Ik dacht dat ik er vandaag wel achter zou komen wie de munten heeft meegenomen, maar dat is niet zo. Heb met iedereen die er nog was gesproken, maar ben daar niet veel wijzer van geworden, behalve dan dat ik nu vele kanten van één verhaal heb gehoord. Daarom eindig ik met een oproep: wie biedt nieuwe inzichten in de ontrafeling van dit mysterie? Want iemand moet toch weten waar de verdwenen munten gebleven zijn….