Donderdag 14 december. Er zijn van die dagen dat het kan en dat het lukt: doen wat je hart je ingeeft. In de speelruimte zit Sophie, buiten is het rustig. De achtertuin lijkt te zijn veranderd in een groot meer. Zelfs op het pad naar het souterrain staat water. Nadat ik met Keiro heb gewerkt stel ik aan hem en Rowan voor om iets te doen aan dat enorme meer in de tuin. We pakken grote scheppen uit de kast en maken daarmee gaten in de grond, zodat de aarde losser wordt en het water weg kan lopen. Keiro ontdekt de grondboor, waarmee je gemakkelijker diepere gaten kunt maken. Anderen komen ons helpen. Na koffie en koek ben ik nog alleen met Maceo in de tuin. Dapper schept hij met zijn schep en gooit de aarde op een hoop. Als hij er genoeg van heeft, denk ik -met de grondboor in mijn hand- ‘nog vijf gaten’. Voldaan kijk ik om me heen, het meer is met zeker 2 meter in omtrek geslonken.
Binnen lopen jongens rond, op zoek naar iets om te doen. Ik heb zin om voor te lezen. In de bieb van school ligt al een tijdje een prachtig stapeltje mij aan te staren: ‘Torak en Wolf’, een zesdelige serie. Ja! Ik neem deel 1 mee naar beneden, ga op de bank in de woonkamer zitten en begin voor te lezen. Een van de jongens komt erbij: “Lees eerst de achterkant, dan weet ik waar het over gaat.” Dat doe ik en dan begin ik opnieuw. Ik lees tot de lunch. Het is spannend, Toraks vader is net gedood door een reusachtige beer en Torak moet naar een hoge berg in het noorden om de moordende beer te stoppen. Hij ontmoet een wolf, die met hem mee reist en wordt gevangen genomen door de Ravenstam. We willen weten hoe het verder gaat. Na het eten is nog steeds rustig in de speelruimte en de tuin. Nour komt met het boek: “Wil je weer lezen?” Graag. We lezen tot het eind van de middag. Wat een fijne dag.