Kwart over negen, de bus is er nog steeds niet. Maar hij komt eraan! Iedereen staat te trappelen van ongeduld, rugzak om, trui nog aan. Daar is ie dan, instappen allemaal. Myriam checkt de lijst en deelt de mondkapjes uit. Daar gaan we, met bijna alle leerlingen, begeleiders en de buschauffeur. Anderhalf uur later zijn we er. We mogen door een speciale ingang voor scholen en verzamelen op het pleintje bij Polles keuken, waar banken staan en we onze tassen kunnen achterlaten. Groepjes worden gevormd. “Wie wil er in enge achtbanen? Die mag met ons mee!” Ik ga op stap met twee durfdames en twee meisjes die het nog niet zeker weten. We zullen het wel zien en beginnen met de Piranha. Een wildwaterbaan die niet al te eng is. Een rij van 20 minuten die toch snel voorbijgaan, omdat er zoveel te zien is. Ik heb het idee dat ze de golven vandaag vanwege het mooie weer extra hoog laten klotsen. Kletsnat word ik, de anderen gillen en lachen. Tijd voor een enger avontuur: Joris en de Draak. Ook hier een rij. We kijken naar de draak en vragen ons af of hij echt vuur gaat spuwen. “Nee, dan vliegt de achtbaan in brand, want die is van hout.” Intussen zijn we er en stappen in, met zijn vijven, twee aan twee en een alleen, in het achterste karretje. Hard gaat het en we gillen, snelle bochten en wat duurt het eeuwig. Gelukkig, we zijn er, niet gewonnen, maar het was heerlijk. Toe aan iets rustigers, het wordt de Vliegende Hollander. Hier blijkt dat er een speciale rij is voor kinderen onder de 12 jaar. Die hoeven niet te wachten. Jammer voor mij, maar ik ga zitten op een steen en kijk hoe ze met hun boot in het water belanden.

Lunchtijd en tijd om ervaringen uit te wisselen. De kleuters zagen al Langnek en Holle Bolle Gijs en gaan nog naar het Sprookjesbos. Oudere kinderen zwerven twee aan twee of met zijn vieren van achtbaan naar achtbaan. Iets jongere kinderen lopen rond met een begeleider en doen spannende of juist rustige dingen, zoals de Droomvlucht. Wij eten snel ons brood en gaan alweer op pad. Naar de zweefmolen. Een eindje lopen en ook daar een rij. Zweven is net vliegen, lekker. We lopen naar de Droomvlucht, maar een rij binnen, daar hebben we geen zin in. Dus nog een keer naar de Piranha, want dat nat worden was best leuk. Daarna gaan ze los en mag ik kijken. De Vliegende Hollander was zo leuk, dat ze daar nog minstens vijf keer ingaan. Twee willen dan nog in Joris en de Draak. Het kan nog net. We lopen terug als ik gebeld wordt: “Waar blijven jullie?” We zijn er al. Een heerlijk waterijsje. Een lange weg terug naar de bus met voeten die pijn doen van al dat lopen. We stappen in. Slapen? Nee hoor, nog even samen snoep delen. Wat een fijne dag was dit! Iedereen heeft genoten, met elkaar, in de Efteling.