Woensdag 20 maart. Ik kijk uit het raam en zie jonge kinderen rennen. Yanna zit naast me en zegt: “Dat is een heel leuk spelletje: dan moeten de jongsten ons pakken.” Al is het nog bitterkoud, de lente komt eraan. Nieuwe groepjes ontstaan spontaan. Het driemanschap van Simon (7), Rowan (6) en Anne Sophie (5), speelt samen met de iets ouderen: Tycho (8), Billie (9) en Djoena (10). Ze doen pakkertje op verschillende manieren: vampiertikkertje en vleermuistikkertje heb ik al gehoord. Wat het precies inhoudt, weet ik niet, maar het ziet er vrolijk en ontspannen uit. Rennen, vastpakken, loslaten en laten gaan en weer opnieuw achter elkaar aan. Keiro (4) kijkt ernaar en rent soms mee. Erbij zijn is voor hem al genoeg om zich te vermaken.

Wat hebben ze nodig? Elkaar en buiten. Ze spelen in de tuin van ons gebouw. Hier hebben ze plezier, lachen ze, stoeien ze, spelen ze samen. Leren ze? Zeker, van elkaar, van het buiten zijn, van de regels die ze met elkaar maken en die ze aanpassen als ze niet meer blijken te voldoen. Net als wij doen op school, net als in het leven zelf…