Vrijdag 4 maart 2016. Mijn vijfde werkdag deze week (normaal vier). Ik zit er helemaal in, de hele week in de speelruimte tussen de kleuters. De jongens in de bouwhoek maken af en toe ruzie en vaak ben ik net te laat om te zien wat er gebeurde, omdat het bouwen in een aangrenzende ruimte plaatsvindt, die niet direct te overzien is. Zelf kunnen ze goed vertellen wat er gebeurde en meestal blijkt dan dat zowel de een als de ander iets deed wat de ander niet prettig vond. Tja, ze geven elkaar een hand en zijn weer vrienden.
Ik lees een boekje voor, ik doe een spel met vier kinderen, ik maak een puzzel met Inti en word daar heel blij en rustig van. Wanneer je doet waar je zelf op dat moment zin in hebt, merk je dat dat voor iedereen goed werkt. Kinderen willen meedoen, komen kijken, zijn zelf blij met wat ze doen.
’s Middags een gedichtenles. Ik kijk naar buiten en zie de regen die al de hele dag naar beneden valt. Daarover gaan we schrijven! Artemisia schrijft over de wolk, de plas en de paraplu. Jotte kijkt met een zucht naar de lucht, heel hoog en ziet een regenboog. Yanna heeft een gele jas en stapt in een plas. En Tuana bedenkt wat je allemaal kunt doen in de regen en leest dat aan ons voor: springen, rennen, stampen! Darya is snel klaar en wil ook wel over de zon schrijven. Het wordt een liedje! Heel zachtjes zingt ze het voor ons. We zijn er stil van.