Woensdag 10 februari. Veel leuke kleine dingen gedaan vandaag. Even kletsen met Moos, die er weer is na 6 weken Zuid-Amerika. Hij heeft het koud nu in Nederland, waar vandaag alweer sneeuw is gevallen. Koffie drinken, kinderen zien binnenkomen. Even praten. Boodschappen doen met Heleen, die door een aardige meneer van Albert Heijn de weg wordt gewezen door de supermarkt: "Kijk maar omhoog, daar hangen allemaal bordjes. Zo zie je waar je moet zijn." Heleen vindt haar weg. Terug naar school, boodschappen uitpakken, schrijven met Zita. Per keer ongeveer 1 zin, want ze denkt over alle letters na. Het gaat wel heel goed: "Komt hier ook de letterdief?" vraagt ze op een gegeven moment bij het woord kooi. "Nee hoor, die komt alleen bij lange woorden." Terwijl zij zelf haar woorden schrijft, leert ze tegelijkertijd de spellingregels.

Ik gebruik de platen van Pi-spello (methode voor kinderen die moeite hebben met spelling, maar heel geschikt voor ALLE kinderen die leren lezen en schrijven) en leg haar uit welke letter ze moet schrijven en waarom. Huisje heeft een e aan het eind, en geen u: die e is het Sufferdje, de grote roze beer van Pi-spello waar niet op gestampt wordt (waar geen klemtoon op komt). Juist door de plaatjes en de letters die erbij horen, onthoudt Zita wat ze moet doen. Ook Paula doet mee met schrijven in haar eigen schrift met lijntjes. Ze krabbelt wat en vraagt mij wat er staat. "Als jij het zegt, schrijf ik het erbij", zeg ik. Daarna tekent ze nog een mooie grote S. Hè, nog even puzzelen, lekker eten (hoera voor het sponge bob tosti-ijzer), een onenigheid aanhoren. De oplossing is nog niet meteen duidelijk, maar misschien is dit soms ook niet nodig.

De kinderen gaan naar huis, wij gaan aan het werk: praten over hoe het met iedereen gaat en genieten van de school die we zijn.