Vrijdag 12 december. Toen wij vroegen of er bij ons ouders waren met leuke beroepen. die daarover zouden kunnen vertellen, of bij wie we eens een kijkje zouden kunnen nemen, zei de vader van Heleen spontaan: "Kom maar naar de brandweer." En zo zijn we deze vrijdag om 9.30 uur bij de brandweer in Leidschendam-Voorburg, waar Heleens vader werkt. Heleen schenkt koffie in en laat ons vast een echte brandweerhelm zien. De meesten willen hem wel even op. Met masker voor en zuurstoffles op je rug wordt het echt spannend, en zwaar. Ook het pak mag ieder die dat wil aantrekken. Tjonge, dat valt niet mee om je daarin soepel te bewegen. We horen het alarm van de zuurstoffles als hij enkele seconden niet meer beweegt – dat betekent een roep om hulp voor de andere brandweermannen.

Heleens vader vertelt hoe het is om brandweerman te zijn: behalve branden blussen, haal je ook mensen uit auto’s na een ongeluk, of je haalt mensen uit liften die vastzitten, en ja, ook wel eens redden ze een poes uit een boom, of duiken ze in het water om iemand te redden. We gaan de trap op naar de bovenste verdieping van het gebouw, zien de slaapkamers van de brandweermannen, de ontspanningsruimte ("zulke stoelen willen wij ook op school!" zegt Stephanie), en mogen ten slotte een brandweerauto van binnen zien. Ongelooflijk wat er allemaal meegaat onderweg naar de brand, en zo ingenieus weggestopt aan de zijkanten van de auto: de slangen, de tangen, de lampen, de pompen. De sirene klinkt erg hard hier binnen! We krijgen nog een heerlijke koek en kijken als laatste buiten naar de andere brandweerauto’s, waaronder een hoogwerker. Terug naar school, waar Karina een heerlijke bami-maaltijd voor ons heeft gekookt.