16-23 september

Als taaldenker heb je af en toe moeite om beelddenkers te begrijpen. Ze beleven de wereld anders, doen andere ervaringen op als ze hetzelfde meemaken als jij.  Zij zien meteen een geheel, waar jij probeert om alle puzzelstukjes aan elkaar te leggen. Om als taaljuf les te geven aan beelddenkers vergt wat van mijn verbeelding.

Plaatjes gebruiken! In de les ‘geschiedenis in beeld’ gebruik ik de Klokhuis-canon filmpjes. Iedere week bekijken we een filmpje, praten over die tijd, hoe ze toen leefden, hoe lang het geleden is, wat er toen belangrijk was. De leerlingen maken een tekening van een onderdeel uit het filmpje, schrijven erbij wanneer het was en zo maakt ieder zijn eigen getekende geschiedenisboek.

Beelden beklijven… Ook bij het schrijven. Ik gebruikte het begin van een strip als basis voor hun eigen verhaal. Als ze wilden, mochten ze eerst tekenen hoe het verhaal verder ging en het dan opschrijven. Daar werd Yanna in ieder geval heel blij van!

Kleuren! Tja, een van mijn favorieten, Pi-Spello. De ideale spellingmethode voor beelddenkers. Deze methode leert kinderen spellen door woorddelen aan te bieden in plaats van losse letters. Ieder klankstukje heeft een eigen plaatje in een eigen kleur (zo heten de klanken ang, eng, ing, ong, ung de Chinese broertjes en ank, enk, ink, onk, unk, de Hollandse broertjes), waardoor kinderen beelden krijgen bij woordstukken en ze zo beter kunnen onthouden.

Uitleggen hoeft niet zo nodig voor beelddenkers. We kregen een nieuwe trampoline en binnen no time hadden ze die zonder gebruiksaanwijzing in elkaar gezet. Vertrouwen op hun kracht en hen laten begaan. Hen de mogelijkheid bieden om waar zij goed in zijn in te zetten (surfen kon Victor vanzelf, meteen de eerste keer al). En hen ondersteunen bij de dingen waar zij moeite mee hebben, zodat ze ook daar met groeiend zelfvertrouwen mee verder kunnen gaan.