Zo’n dag, donderdag, die opeens heel anders verloopt dan je dacht. Voor de deur van het souterrain staat een troepje kinderen te wachten als ik daar om tien uur aankom. Er is vandaag niemand om het souterrain (waar tienuurtje en lunch klaargemaakt wordt) te bemensen. De deur is nog op slot, vandaar de wachtenden . Ik pak de sleutel, open de deur en samen met Jeldau en een paar jongere kinderen snijd en smeer ik koek, leg rijst- en maiswafels en rozijnen neer, zet thee en koffie. De anderen wachten geduldig. “Ik wil sap!” O ja, water en sap in kannen doen. Het werk valt mee en is snel klaar. Als iedereen uitgegeten en gedronken is gaat de deur weer dicht. Ik ga naar mijn les ‘lezen, schrijven, rekenen’ die tot half twaalf duurt. Snel naar het souterrain, hoe zou het daar gaan?

De deur is open, Jeldau helpt de kleuters met het maken van hun tosti’s en in de keuken zijn Febe en Jasmijn eieren aan het bakken en groentesoep aan het maken. Het gaat goed. Ik neem het tosti maken over van Jeldau, zodat zij bij de jongste kinderen kan gaan zitten. Het lijkt zo simpel: je roept degenen die op de tostilijst staan dat ze hun tosti kunnen brengen, je doet de tosti in het apparaat en roept ze weer als de tosti klaar is. Er kunnen maximaal zes tosti’s tegelijk in. Soms weet je alleen niet meer precies van wie welke tosti is; of je vergeet een naam op te schrijven; of een naam door te strepen als diegene zijn tosti heeft gehaald. Kortom, er kan nog wel wat mis gaan en het is best stressvol om zo op te moeten letten. Ondertussen wordt er nog wat bouillonpoeder in de groentesoep gegooid (lekker zout) en vinden de scrumbled eggs gretig aftrek. Adam is klaar met eten: “Waar is de afwasbak?” O ja, dat hoort er ook bij: drie afwasbakken neerzetten zodat iedereen zijn eigen bord en bestek kan afwassen, theedoeken erbij en opletten dat het water en de theedoeken op tijd ververst worden. Het lukt allemaal.

Om één uur is iedereen wel uitgegeten en eet ik zelf een iets aangebrande tosti met een kopje thee. Eier- en soeppannen en nog wat overgebleven spullen afwassen, afwasbakken leeggooien, tafels schoonmaken, vegen. Gelukkig komen Paul en Viola even helpen. Ik zet een muziekje aan en besluit om alles rustig aan te doen. Van wat er in de rest van de school gebeurt krijg ik weinig mee; ik ga er maar vanuit dat het goed gaat. Zie Damir buiten in de tuin bij veel kinderen op de trampoline; het ziet er gezellig uit. De peren voelen nog wat hard aan, dan maar geen fruit vandaag. Om half drie veeg ik het laatste hoopje op. Hèhè, een voldaan gevoel dat alles weer schoon en opgeruimd is. Eigenlijk wel leuk, zo’n onverwacht souterraindagje.