Vrijdag 26 augustus. De eerste vrijdag met echte lessen. Zelf moet ik nog even wennen aan het nieuwe rooster, nieuwe kinderen die meedoen, wat willen en kunnen ze? In de taalclub blijkt dat iedereen graag een werkstuk wil maken. Ze weten ook al waarover: hun favoriete sport (turnen, surfen, schaatsen), een dier (tijger), een stad waar familie vandaan komt (Chicago), de werking van het menselijk lichaam (darmen en hersenen). Vijf vragen bedenken ze en ook welke antwoorden ze zelf al op die vragen kunnen geven. Volgende week inventariseren we wat ze hebben gevonden en gaan we op zoek naar nieuwe bronnen van informatie (op internet en in de bieb.

Leerlingen individueel begeleiden is leuk en spannend. Hoe kan ik hen zo goed mogelijk begeleiden in dingen die zij moeilijk vinden? Al gebruik ik voor iedereen dezelfde methode –ik leer anders-, ieder kind heeft zijn eigen behoeftes en manier van leren. Met de een schrijf ik rijen woordjes en lees die later terug, met de ander oefen ik het alfabet op zo’n manier dat het als een schilderij in de letterkamer in zijn hoofd komt. Zo ziet hij de 26 letters als een plaatje en kan hij precies terugvinden tussen welke twee letters de l staat in het alfabet. Het is zo leuk als dit lukt en je kinderen ziet groeien: “Ik kan het toch!”

Andere begeleiders doen weer heel andere dingen. Janine is nieuw en heel veelzijdig. Vandaag geeft ze kunstgeschiedenis aan een klein groepje. Op de computer bekijken ze een filmpje over kunst in de prehistorie. Wanneer was dat nou en wat maakten ze toen? Precieze datering is haast onmogelijk, wel is goed te zien wat er toen op muren van grotten werd geschilderd. Dat mogen de vier oudste meiden nu ook gaan doen. Niet op de muren, maar op bijzonder papier, stevig en met bobbels, met een staafje krijt. Het resultaat is verbluffend: een kudde rennende paarden en een doorboorde buffel, een boom met een zon en allerlei symbolen. Leuk om ineens zoiets heel anders te zien van onze leerlingen.