Woensdag 15 mei. Een discussie over een deur van het technieklokaal in het nieuwe gebouw. Het lokaal – nu nog keuken – heeft twee deuren. Het leek ons, begeleiders, goed als één van de twee deuren dicht gaat. Eén deur die open kan geeft duidelijkheid, rust en overzicht. Twee deuren waar je doorheen kunt geven onduidelijkheid, onrust en geen overzicht. Het lokaal wordt een doorgang, in plaats van ruimte waar gewerkt kan worden. Dat willen we niet.
Robin heeft een oplossing: “Waarom doen we de deur niet op slot, krijgt een begeleider de sleutel en doen we de deur alleen open als we buiten techniek gaan doen?” De deur grenst namelijk aan de bijkeuken en van daaruit kun je de tuin in. Het klinkt plausibel. Dat wij de bijkeuken misschien ook als keuken willen gebruiken (“dan kun je daar nog wel koffie en thee zetten… en we hebben toch al een keuken in het souterrain?”) en dat we geen techniekrommel in de achtertuin willen (“desnoods, als jullie dat willen, zetten we er een hek omheen… “) zijn voor Robin geen steekhoudende argumenten.
Als ik naar hem luister en naar het commentaar van Anik (zij is ouder en heeft ons bij de indeling van het nieuwe pand geadviseerd met Feng Shui): “O, als je het zo uitlegt, snap ik waarom je dat wil”, dan denk ik: “Waarom zouden we het zo niet kunnen proberen?” Ik heb geen overwegend bezwaar en het voorstel van Robin wordt aangenomen. Ik heb me laten overtuigen. Stond open voor argumenten van anderen, hoewel ik van te voren dacht: “Ik heb een overwegend bezwaar tegen twee deuren open houden.” Had ik daar aan vast moeten houden? Ik denk het niet.
De rest van de dag zag ik veel leuke dingen: Billie en Tycho die hun gesprekje voor Frans met mij willen oefenen; Paula die een goed boek zoekt in de boekenkast (het wordt: Dolfje Weerwolfje); Tycho die, als ik even opsta om iets te pakken, het voorlezen van mij overneemt. Oudere leerlingen die met de jongste een spelletje doen en hem uitleggen hoe het werkt.
Leuk en leerzaam deze dag. “Waar kom je jezelf meer tegen, dan bij ons op school?”, vraag ik me weleens af.