Maandag 23 mei. Wind en zon, dat voel je als je aan komt fietsen, en verder de hele dag op De Vrije Ruimte. Een energiestroom van alle initiatieven die er zijn (rupsen zoeken, vlierbloesemlimonade maken, vogelboekje schrijven, verhaal verzinnen, liedjes zingen, gitaarakkoorden zoeken, filmen, schommelen, springen op de trampoline en dan nog van alles wat ik niet heb gezien). En de warmte van de zon en van de mensen om je heen die De Vrije Ruimte maken tot de plek waar het voor mij iedere dag weer heerlijk is om te zijn. Zitten en kijken, kletsen en meedenken, lesgeven en samen zingen, zien hoe kinderen elkaar stimuleren. Gabor is er, de nieuwe pedagogisch concierge, die helpt met tafel dekken en afruimen, opruimen en afwassen en er zijn voor de kinderen die daar behoefte aan hebben. Er komt iemand kijken die wil ervaren hoe De Vrije Ruimte functioneert. Zij is enthousiast.

John vertelt over de prehistorie en de Middeleeuwen en laat zien dat je je ook nu nog kunt voeden met materialen uit de nabije natuur: brandnetelsoep en vlierbloesemsap. Je gaat anders kijken naar de mensen uit voorbije tijden als je je realiseert dat jouw tijd niet persé de allerbeste is. “Wie is er gelukkiger? De boer in de Middeleeuwen die 3 dagen voor een heer moest werken, verder zijn eigen stukje grond had om te bebouwen en van te leven en dat de rest van de week kon doen, of degene die nu leeft en 5 dagen achter zijn bureau zit om geld te verdienen om daarvan te kunnen kopen wat hij nodig heeft?” Wij beseffen niet meer hoe de maatschappij toen was georganiseerd en zien de gruwelijkheden van toen (heksenverbrandingen, hand afhakken) als dingen die dagelijks gebeurden. John: “De straf die het meest werd opgelegd in de Middeleeuwen was een geldboete.” Logisch, je leeft in je eigen tijd en kunt alleen met die ogen naar ander tijden kijken. Maar enige relativering van ons eigen bestaan kan geen kwaad.