Donderdag 3 februari. Een spel dat al een tijdje in de kast ligt wil ik heel graag spelen: coole kikker. Mya doet mee en Irene en even later ook Serra, Sterre, Pepijn en Tycho. Doel is aankomen op het strand waar coole kikker al heerlijk ligt te zonnen. Je komt langs gevaarlijke haaien en krokodillen, zeilt een rondje rond een vulkaan en beantwoordt ondertussen vragen: “Wat zou jij doen als het meisje naast je wordt gepest?” “Hoe reageer je als ze jou uitlachen?” Vragen dus over pesten en gepest worden, opkomen voor jezelf. Serra kan goed uitleggen wat ze zou doen als er ruzie is en waarom. Mya wil graag samen tellen, samen spellen wat er staat. Ze kan het en ze doet het ook, met hulp van Irene, Sterre, Pepijn die dat allemaal op hun eigen manier aanpakken.

Na lunch van nasi van opa ga ik met Robin, Marieke en Jaidyn het bos in. Robin bepaalt de weg, kent alle paadjes, ziet felgroene steeltjes: krokusjes, een wijngaardslak, een opgegeten dennenappel. We zien ook ‘blote bolletjes’, krokusbolletjes die niet meer onder de aarde zitten. “Die zullen wel niet meer uitkomen”, denkt Robin. We rennen een pad af en weer op. Heerlijk buiten! Weer binnen wacht de dramales en de schoolkrant voor februari. Dankzij onze ontdekkingen in het bos hebben we inspiratie voor een natuurquiz in de schoolkrant.